IjslandIJsland is een merkwaardig land. Niet alleen heeft het land de langste geschreven geschiedenis van alle landen op de wereld – alles staat op papier vanaf de 8e eeuw toen de Vikingen voor het eerst voet zetten op dit barre, vulkanische eiland – maar ze houden er ook allerlei vreemde gewoonten op na. Zo eindigen alle achternamen van vrouwen op ‘’dottir’’ (dochter) en die van alle mannen op “son” (zoon). In IJsland zou ik dus geen Wilmar Schaufeli heten, maar Wilmar Martinson, en mijn dochter Frieda Wilmarsdottir. Een andere bijzonderheid is het taalpurisme. Daar waar wij gemakkelijk Engelse termen gebruiken zoals engagement en burnout, gebruiken IJslanders consequent letterlijke vertalingen in hun eigen taal en noemen ze dat resp. ”helgun” en “kulnun” . Woorden die zomaar uit De Ban van de Ring zouden kunnen komen.

Afijn, ik was dus op uitnodiging in Reykjavik – de meeste noordelijke hoofdstad ter wereld; nog zoiets bijzonders – om op een HRM congres over burnout en bevlogenheid te spreken. En om een workshop te geven over hoe je bevlogenheid kun bevorderen en burnout kunt verminderen. Interessant was dat er ook een lezing was over bevlogenheid zoals  dit door Gallup wordt gemeten met behulp van de Q12; zo genoemd omdat het om 12 vragen (Questions) gaat. En nog interessanter was dat er verslag werd gedaan van een recent onderzoek onder een representatieve groep van bijna 600 IJslandse werknemers waarbij naast de Q12 ook de Utrecht Work Engagement Scale (UWES) was afgenomen. Ik ben al heel lang benieuwd naar de samenhang tussen beide schalen, maar tot nu toe is dat nog nooit onderzocht. Gallup beweert weliswaar dat de Q12 ‘’employee engagement’’ meet, maar houdt er wel een heel bijzondere opvatting op na van wat dat dan wel is. In plaats van een psychologische toestand meet de Q12 namelijk in hoeverre bepaalde energiebronnen op het werk aanwezig zijn. Met andere woorden, de Q12 meet geen bevlogenheid, maar de voorwaarden waaronder bevlogenheid kan optreden, zoals sociale steun, rol duidelijkheid, leermogelijkheden en feedback . Je zou dus kunnen zeggen dat de Q12 aangeeft in hoeverre er sprake is van een bevlogen werkplek en niet van bevlogenheid op zich. Elders heb ik dit uitvoerig uitgelegd (download hier).

En wat bleek nu uit het IJslandse onderzoek? Zoals verwacht hangt de score op de Q12 sterk met die van de UWES samen; een correlatie van .69 om precies te zijn. Dat betekent dat beide instrumenten grofweg voor de helft overlappen. En dat is statistisch gesproken veel. Tevens bleek dat beide instrumenten op dezelfde manier samenhangen met bijna alle andere variabelen uit het onderzoek, zoals leeftijd (een zwak negatief verband – ouderen zijn iets meer bevlogen dan jongeren),  burnout (een sterk negatief verband – bevlogen werknemers zijn niet opgebrand), en arbeidstevredenheid (een sterk positie verband – bevlogen werknemers zijn tevreden over hun werk). Alleen de hamvraag of de Q12 ook de score op de UWES voorspelt kon niet beantwoord worden omdat daarvoor een herhalingsmeting bij dezelfde mensen nodig is.

In de discussie met het publiek kwam deze hamvraag trouwens ook aan bod. Dat gaf mij nog een keer de mogelijkheid om uiteen te zetten dat de Q12 misschien geen slecht instrument om kort en krachtig de belangrijkste drivers van bevlogenheid in beeld te brengen, maar dat je daarmee nog geen bevlogenheid hebt gemeten. Daar heb je toch echt de UWES voor nodig. Gelukkig is daar nu ook een IJslandse versie beschikbaar zodat ook in dat intrigerende land ‘’helgun’’ verder kan worden onderzocht, al dan niet in relatie met Gallup’s Q12.