Bevlogenheid in de zorgOp 29 augustus 2014 vond in Utrecht het jaarlijkse seminar over prestatieverbetering in de gezondheidszorg plaats. In het  Engels klink het natuurlijk veel mooier: “Annual seminar on improving people performance in health care”. Er is trouwens ook een goede reden om dit in het Engels op te schrijven omdat de voertaal Engels is en het seminar per jaar rouleert tussen Engeland, Ierland en Nederland. Er zijn namelijk universiteiten uit deze drie landen bij betrokken; King’s College (Universiteit van Londen), Dublin City University, en uit Nederland de universiteiten van Tilburg, Rotterdam en Utrecht. De invalshoek van deze jaarlijkse seminars is HRM, en dit jaar was het thema “Engaging workers in health care”. De centrale vraag luidde: Hoe kun je de bevlogenheid – en daarmee dus ook de prestatie – van medewerkers in de zorg vergroten?

In plaats van een verslag doen van alles wat gezegd is tijdens het seminar zal ik er een aantal dingen uitpikken die mij interessant lijken. Judith van den Broek (Rotterdam) rapporteerde over haar promotieonderzoek naar de manier waarop managers in de zorg nieuwe HR-strategieën implementeren om bevlogenheid en prestatie te verbeteren. Dat doen ze door :

  1. te appelleren aan de “professionele logica” en niet aan de “institutionele logica” (professionals in de zorg willen het graag goed doen voor de patiënt, en niet zozeer voor de organisatie)
  2. door enthousiaste ambassadeurs het veld in te sturen (in plaats van zelf voor de troepen te gaan staan)
  3. door de mensen in een vroeg stadium bij de implementatie te betrekken (in plaats van alles van bovenaf over ze uit te storten)
  4. door eerst een pilot te doen om te laten zien dat het werkt (in plaats van alle veranderingen meteen uit te rollen).

Aline Bos (Universiteit Utrecht) is in Californië bezig met een  promotieonderzoek naar het effect van de overname van een private equity fund van een groot zorgconglomeraat van 300 verpleegtehuizen met 42.000 werknemers. Zo’n private equity fund koopt slecht lopende bedrijven op, maakt die weer rendabel en verkoopt ze vervolgens met winst. Hoe gaat zoiets in de gezondheidszorg en wat betekent dat voor het personeel? Haar voorlopige conclusie luidde dat een aantal dingen beter gaan – zo is er meer gekwalificeerd personeel aangenomen en de distributie van medicijnen verbeterd – maar zijn er ook dingen die minder goed gaan, zoals een toename van het aantal meldingen aan de zorgautoriteit dat regels worden geschonden. Het personeelsverloop volgt de nationale trend en  het lijkt er dus niet op dat de werknemers gedesillusioneerd een ander heenkomen zoeken. Kortom een gemengd beeld.

Kersten Alfes (Londen) presenteerde een studie bij 42.000 Britse verpleegkundigen waaruit bleek dat verschillende HR-praktijken (training, bieden van ontwikkelingsmogelijkheden, inspraak, en vergroten van de teambetrokkenheid) via bevlogenheid van invloed zijn op de kwaliteit van de zorg. Jammer was wel dat het hier uitsluitend zelfrapportages betrof (de perceptie van kwaliteit door de patiënt is niet in het onderzoek meegenomen).

Karina van der Voorde (Tilburg) vond in haar studie dat een goede teamprestatie in de gezondheidszorg tot meer werkdruk leidt en vervolgens tot minder bevlogenheid. De reden is dat er niet in goede teams wordt geïnvesteerd – en soms zelfs wordt gedesinvesteerd – onder het mom dat het immers goed gaat en het dus ook wel met een onsje minder kan.

Tenslotte was er nog de keynote van prof. Denis Chevenert uit Montreal die betoogde dat 25-30% van de leidinggevenden in de Canadese gezondheidszorg als “passief” kan worden gekarakteriseerd. En dat is niet best. Dergelijke niet-leidinggevende leidinggevenden zorgen ervoor dat er veel onduidelijkheid en conflicten zijn over de rol die eenieder in het team speelt. Dit doet een geweldige aanslag op de bevlogenheid en leidt zelfs aantoonbaar tot burnout. Het effect van passief leiderschap is sterker dan dat van bevlogen leiderschap, zo betoogde hij: “bad is stronger than good”. De eerste prioriteit zou moeten zijn dat passieve leiders “gewoon” gaan managen, dan is er al veel gewonnen. Bevlogen leiders zullen ze nooit worden, zo was zijn stelling.

Al met al een interessant en veelzijdig beeld van bevlogenheid in de zorg die mijn assumptie – dat er nog een wereld te winnen is op dit vlak in de zorg – op meerdere vlakken ondersteunde.