Kun je bevlogenheid met slechts drie vragen betrouwbaar meten?
Ja dat kan! En dat is ook belangrijk want organisaties die serieus beleid willen maken op dit centrale HR-thema hebben de behoefte aan korte gevalideerde meetschalen die makkelijk te gebruiken zijn.
Voor ik in ga op de korte schaal voor bevlogenheid, eerst even wat geschiedenis voor een beter begrip. Toen ik in 1999 op een sabbatical was in Valencia, Spanje, kreeg ik het idee om ‘bevlogenheid’ te gaan bestuderen (die term had ik aan het begin nog niet bedacht). Jarenlang had ik onderzoek naar burn-out gedaan en raakte daar wat op uitgekeken. Bovendien begonnen organisaties steeds meer belangstelling te krijgen voor het tegenovergestelde van burn-out; mensen die energiek en met veel inzet en passie hun werk doen. Zo’n sabbatical is natuurlijk een uitgelezen moment om het wissel om te gooien.
En dus ging ik aan de slag en zag de eerste versie van de bevlogenheidsvragenlijst het licht in Spanje. Omdat er ook collega’s in Utrecht bij het project betrokken waren kreeg de nieuwe baby de naam Utrecht Work Engagement Scale (UWES). Daar konden we ook in Spanje mee uit de voeten, want daar wordt voor bevlogenheid de Engelse term ‘engagement’ gebruikt.
Bevlogenheid werd door ons omschreven als een positieve psychologische toestand die bestaat uit vitaliteit, toewijding en absorptie. Het gaat dus om een combinatie van deze drie kenmerken. Iemand die bruist van energie (vitaliteit), zich sterk bij zijn of haar werk betrokken voelt (toewijding) en er helemaal in op gaat (absorptie) wordt bevlogen genoemd. Dit probeerden we te vangen in een vragenlijst die aanvankelijk uit 17 vragen bestond. En dat werkte. Zo bleken de drie kenmerken inderdaad onderdelen van bevlogenheid te zijn.
De eerste publicatie over de UWES verscheen in 2001 in het Spaans en betrof een studie bij ICT-werkers. Daarna volgden in 2002 en 2004 publicaties over de UWES in het Engels resp. Nederlands. Het Engelse artikel was gebaseerd op Spaanse gegevens van een paar honderd studenten en werknemers uit verschillende bedrijfstakken. Voor de Nederlandse publicatie werden de gegevens van bijna 10.000 werknemers uit allerlei sectoren gebruikt.
In 2006 toonden we aan dat bevlogenheid evengoed met 9 in plaats van 17 vragen gemeten kan worden, dat wil zeggen met drie vragen voor vitaliteit, toewijding en absorptie elk. Voor dat onderzoek werden gegevens uit tien landen gebruikt, niet alleen uit Europa maar ook uit Azië (Japan), Afrika (Zuid Afrika), Amerika (Canada) en Australië. En toen ging het opeens heel snel. Inmiddels is de UWES in 27 talen vertaald, variërend van het Arabisch tot het Zweeds en laten valideringsstudies zien dat de UWES in alle landen ‘werkt’. Dat wil zeggen dat de score op vragenlijst in alle landen positief samenhangt met energiebronnen op het werk en met gunstige uitkomsten, zoals organisatiebetrokkenheid en arbeidsprestatie.
Op dit moment is het oorspronkelijke Engelstalige artikel ruim 7.500 maal geciteerd en is de UWES wereldwijd veruit het meest populair. Er is in 2017 berekend dat de UWES in maar liefst 86% van alle wetenschappelijke publicaties over bevlogenheid wordt gebruikt![1]. Je zou dus kunnen zeggen dat de UWES de gouden standaard voor bevlogenheid is.
Het feit dat de UWES in de wetenschap de gouden standaard vormt wil natuurlijk niet zeggen dat er in de praktijk geen andere vragenlijsten worden gebruikt. Integendeel. Elk zichzelf gerespecteerd onderzoeksbureau lijkt wel een ‘bevlogenheidsmeting’ aan te bieden. Meestal gaat het daarbij om oude wijn in nieuwe zakken. Omdat de markt het vraagt worden bestaande vragenlijsten die eigenlijk wat anders meten, zoals betrokkenheid of arbeidstevredenheid, plotsklaps gebruikt voor bevlogenheid. Immers, bevlogenheid is hot en de markt vraagt het. Dus is het sneller en goedkoper om gewoon de bordjes te verhangen. Maar dat leidt tot begripsverwarring want tevredenheid is bijvoorbeeld écht wat anders dan bevlogenheid. Daar waar bevlogenheid wordt gekenmerkt door een proactieve dadendrang nemen tevreden werknemers zelden het initiatief. Waarom zouden ze, ze zijn immers tevreden over hoe het gaat en vragen zich niet af hoe het beter kan.
In andere gevallen gaat het in de praktijk wél om nieuwe vragenlijsten. Deze zijn dan zelf in elkaar gezet en niet wetenschappelijk getoetst. Misschien zijn er psychometrische analyses uitgevoerd, maar die zijn dan niet gepubliceerd. We moeten de aanbieders van zo’n zelfgemaakte vragenlijst dus op hun blauwe ogen vertrouwen, echt wéten of die vragenlijsten deugen doen we dus niet.
Hoe zit het nu met die ultra-korte versie van de UWES? We hebben onlangs kunnen aantonen dat bevlogenheid evengoed met slechts drie vragen gemeten kan worden; dat wil zeggen met één enkele vraag voor resp. vitaliteit, toewijding en absorptie (download artikel). Hiervoor hebben we in totaal ruim 77.000 werknemers uit 5 landen onderzocht (Nederland, België, Finland, Spanje en Japan).
Het blijkt dat de ultra-korte UWES voor ca. 90% overlapt met de verkorte versie. Verder is de samenhang van beide versies met allerlei andere variabelen nagenoeg even sterk. Dit is onderzocht voor acht stressoren (o.a. werkdruk, conflicten en baanonzekerheid), tien energiebronnen (o.a. autonomie, feedback en sociale steun), zeven persoonlijke hulpbronnen (o.a. optimisme, zelfwaardering en extraversie), zes gevolgen (o.a. organisatiebetrokkenheid, workability en arbeidsprestatie) en negen andere aspecten van welbevinden (o.a. burn-out, werkverslaving en arbeidstevredenheid). De correlaties van de beide versies van de UWES met deze meer dan dertig variabelen verschilt gemiddeld slechts 0,02. Wanneer twee vragenlijsten onderling 90% overlappen en de relaties met andere vragenlijsten nagenoeg niet verschillen dan meten die beide vragenlijsten dus hetzelfde.
Dat is heel goed nieuws, met name voor diegenen in de praktijk die behoefte hebben aan een hele korte, wetenschappelijk gevalideerde vragenlijst om bevlogenheid te meten. Zo’n korte vragenlijst kan ook gemakkelijk worden meegenomen in een omvangrijk onderzoek naar arbeidsomstandigheden, zoals de European Working Conditions Survey. Deze enquête wordt om de vijf jaar in opdracht van de Europese Commissie uitgevoerd, de laatste keer was in 2015. Toen is ook − voor het eerst − de ultra-korte UWES meegenomen. En wat bleek? Nederland was het meest bevlogen land van Europa!
[1] Bailey, C., Madden, A., Alfes, K., & Fletcher, L. (2017). The Meaning, antecedents and outcomes of employee engagement: A narrative synthesis. International Journal of Management Reviews, 19, 31–53.